Eigenschappen voor annotatie- en markeerobjecten

Wijzig het pictogram, de kleur, de dekking, de auteur of het onderwerp van een markeerobject in het dialoogvenster Eigenschappen of bekijk de geschiedenis ervan. Als u eigenschappen wilt weergeven, klikt u met de rechtermuisknop op een annotatie- en markeerobject (notitie, tekstvak, toelichting, markering, doorhaling, onderstreping en tekenvormen) en klikt u vervolgens op Eigenschappen.

Het dialoogvenster Eigenschappen bevat drie tabbladen:

• Weergave Op dit tabblad kunt u de visuele stijl van het object wijzigen.
• • Starten (voor lijn, pijl, veelhoekige lijn): Klik in de lijst Begin op de gewenste beginstijl van de pijlpunt. Zie de onderstaande lijst bij Eind voor een overzicht van beschikbare stijlen voor pijlpunten.
  • End (voor toelichting, lijn, pijl, veelhoekige lijn): Klik in de lijst Eind op de gewenste eindstijl van de pijlpunt.
  • • Geen
    • Open
    • Gesloten
    • Open (omgekeerd)
    • Gesloten (omgekeerd)
    • Streep
    • Ruit
    • Cirkel
    • Vierkant
    • Schuine streep
  • Stijl (voor tekstvak, toelichting, onderstreping, lijn, pijl, rechthoek, ovaal, veelhoek, veelhoekige lijn, wolk): Geef de lijnstijl voor de rand op: selecteer een ononderbroken lijn of een van de zes stijlen met stippels/streepjes. Voor Onderstreping kunt u alleen Ononderbroken of Kronkellijn selecteren. Voor Ovaal en Wolk bevat de lijst ook de opties Wolken 1 en Wolken 2.
  • Dikte (voor tekstvak, toelichting, lijn, pijl, rechthoek, ovaal, veelhoek, potlood, veelhoekige lijn, wolk): Klik in de lijst Dikte op een item om de lijndikte van de rand op te geven.
  • Pictogram (voor notitie): Klik in de lijst Pictogram op een verankeringspictogram dat het doel van het object het beste aangeeft:
  • • Notitie
    • Sleutel
    • Tag
    • Invoegen
    • Luidspreker
    • Grafiek
    • Alinea
    • Paperclip
    • Nieuwe alinea
    • Help
  • Kleur (voor notitie, tekstvak, toelichting, markering, doorhaling, onderstreping, lijn, pijl, rechthoek, ovaal, veelhoek, potlood, veelhoekige lijn, wolk): Klik op de gekleurde rechthoek om het kleurenpalet weer te geven. Selecteer een van de vermelde voorgrondkleuren of klik op Andere kleur om het Windows-dialoogvenster Kleur te openen en zelf een kleur te definiëren. Klik op Geen kleur om het object transparant weer te geven.
  • • De geselecteerde kleur wordt zowel voor de rand van het object als voor het verankeringspictogram gebruikt (indien van toepassing).
    • De geselecteerde kleur wordt voor de rand van het tekstvak gebruikt.
  • Vulkleur (voor tekstvak, toelichting, markeren, lijn, pijl, rechthoek, ovaal, veelhoek, veelhoekige lijn, wolk) Klik op de gekleurde rechthoek om het kleurenpalet weer te geven. Selecteer een van de vermelde vulkleuren of klik op Andere kleur om het Windows-dialoogvenster Kleur te openen en zelf een kleur te definiëren. Klik op Geen kleur om het object transparant weer te geven.
  • • De geselecteerde kleur wordt voor de opvulling van het tekstvak gebruikt.
  • Dekking (voor notitie, tekstvak, toelichting, markering, doorhaling, onderstreping, lijn, pijl, rechthoek, ovaal, veelhoek, potlood, veelhoekige lijn, wolk): Geef de gewenste dekking voor het verankeringspictogram (notitie) of de rand (tekstvak) op. Stel een waarde in tussen 0 (volledig transparant) en 100 (niet transparant).
• Auteur en onderwerp Op dit tabblad kunt u het onderwerp en de auteur wijzigen, die beide aan de rand van het object worden weergegeven (indien van toepassing).
• • Auteur Hier wordt de naam van de standaardauteur weergegeven. Bij een nieuwe installatie wordt hiervoor de aanmeldingsnaam gebruikt.
  • • Het is alleen mogelijk om de auteur te bewerken als de optie Altijd aanmeldingsnaam als naam van auteur gebruiken is uitgeschakeld. Ga hiervoor naar Bestand > Opties > Opmerking > tabblad Opmerkingen. Zie Voorkeuren voor opmerkingen voor informatie over de opties voor opmerkingen.
  • Onderwerp Geef een onderwerp op.
• Geschiedenis Op dit tabblad ziet u de revisie- en migratiegeschiedenis van het object.

Zie Standaardeigenschappen voor annotatie- en markeerobjecten wijzigen voor informatie over het instellen van standaardeigenschappen (Auteur, Kleur, Stijl, enzovoort) voor nieuwe objecten.

Op elk van de drie tabbladen staat het selectievakje Beveiligd dat als volgt werkt:

• Schakel het selectievakje Beveiligd in als u wilt voorkomen dat de inhoud of de eigenschappen van het object worden gewijzigd.
• Schakel het selectievakje Beveiligd uit als u wilt toestaan dat de inhoud of de eigenschappen van het object worden gewijzigd.