Moderne faxapparaten kunnen de inhoud verzenden van een PDF-bestand dat als bijlage bij een e-mailbericht is ontvangen.
Deze service configureren
Klik op Bestand > Opties en selecteer Algemeen > Faxen via e-mail.
Geef een indeling voor de bijlage op: PDF, TIFF B&W (G4) of TIFF B&W (G3).
Klik op de knop Indeling om het dialoogvenster Adres opmaken te openen en de instellingen op te geven voor toegang tot het verzendende faxapparaat. Met één van de opdrachten kunt u een voorblad toevoegen, met de andere opdracht worden alleen het bericht en de bijlage verzonden. De opties in de lijst aan de rechterkant worden gebruikt voor het verzenden van faxen. Klik op Toevoegen of Verwijderen om opties tussen de twee lijsten te verplaatsen, of op Wijzigen om aanpassingen aan te brengen. Welke syntaxis is vereist, is afhankelijk van het gebruikte faxprotocol (zie hieronder).
Selecteer Geadresseerden onthouden als u bij het verzenden van een fax een keuze wilt maken uit bestaande gegevens in een vervolgkeuzelijst.
Klik op OK om de instellingen toe te passen.
Bij gebruik van het MAPI-protocol is de syntaxis [FAX:naam@nummer]. Bij gebruik van EWS (Exchange Web Service) is de syntaxis naam@nummer. De haakjes en FAX worden door EWS toegevoegd. Raadpleeg voor andere protocollen de betreffende documentatie.
Een bestand faxen via e-mail
Open het PDF-bestand dat u wilt verzenden en klik op Bestand > Delen > Faxen via e-mail.
Geef de voornaam, de achternaam en het faxnummer van de ontvanger op. U kunt deze gegevens in een vervolgkeuzelijst selecteren als u Geadresseerden onthouden als voorkeur heeft ingesteld.
Schakel de optie Voorblad bijvoegen in of uit.
Klik op Verzenden om het bericht te genereren dat u wilt faxen via e-mail. Dit bericht wordt in het standaard e-mailprogramma weergegeven. Als ontvanger wordt het opgegeven faxadres gebruikt en het PDF-bestand is als bijlage toegevoegd. Voeg desgewenst een voorblad toe en verzend het bericht.