U kunt vooraf gedefinieerde zwartmaakcodes instellen, vergelijkbaar met aangepaste tekst, die verschijnen op de zwartgemaakte gebieden. Deze codes geven meestal aan waarom het materiaal is zwart gemaakt. Codesets en items worden verstrekt in verband met de Amerikaanse FOIA (Freedom Of Information Act), de Amerikaanse Privacy Act en de Canadese Access to Information Act and Privacy Act. U kunt zwartmaakcodes opslaan, importeren en exporteren.
Zwartmaakcodesets en -items gebruiken:
Selecteer Beveiliging > Zwartmaking > Eigenschappen van zwartmaking.
Kies op het tabblad Weergave van het dialoogvenster Eigenschappen van zwartmaking de optie Tekstlaag gebruiken.
Klik op Bewerken om in de Lettertype-editor de tekstkenmerken te wijzigen en klik op OK.
Kies Zwartmaakcode en selecteer een van de bestaande codesets en code-items of klik op Bewerken om ze te wijzigen, nieuwe te maken of andere te importeren.
Voer in het dialoogvenster Zwartmaakcode-editor een van de volgende handelingen uit:
Klik hierop om een nieuw item aan de lijst Codesets of Items toe te voegen.
Klik hierop om een codeset of een code-item te verwijderen.
Klik hierop om de naam van een geselecteerde codeset of geselecteerd item te wijzigen.
Opmerking: Als u een code-item wilt maken of verwijderen, moet u de bijbehorende codeset selecteren. Herhaal de bovenstaande stap om meer codesets of -items toe te voegen, te verwijderen of te hernoemen.
Klik op Geselecteerde invoer toevoegen om de geselecteerde code te gebruiken. De knop schakelt naar Geselecteerde invoer verwijderen, en u kunt nogmaals klikken om het gebruik van de code ongedaan te maken. Bij Voorbeeld ziet u de weergave van het geselecteerde code-item.
Herhaal eventueel de bovenstaande stap om meerdere codes, gescheiden door een komma, te gebruiken.
Klik op OK.
U kunt gemaakte of gewijzigde codesets en/of code-items één voor één exporteren voor andere doeleinden.