Beveiligingsinstellingen

De titel en de inhoud van dit dialoogvenster kunnen verschillen, afhankelijk van de manier waarop u het dialoogvenster opent. Open het dialoogvenster op een van de volgende manieren:

  • Klik in het lint op Beveiliging > ID's en certificaten > Digitale identiteiten beheren of Beveiliging > ID's en certificaten > Betrouwbare identiteiten. Het dialoogvenster heeft de titel Beveiligingsinstellingen en geeft toegang tot digitale identiteiten, mapservers en tijdstempelservers.
  • Klik op Meer onder Identiteiten op de pagina Handtekeningen van het dialoogvenster Bestand > Opties. Het dialoogvenster heeft de titel Digitale ID's en vertrouwde certificaten en geeft alleen toegang tot digitale identiteiten.

De navigatiestructuur aan de linkerkant is geminimaliseerd. Digitale ID's is geselecteerd. Rechts ziet u de namen, verstrekkers, vervaldatums en bronnen van de beschikbare digitale ID's.

  • Klik op ID toevoegen om naar een bestaande ID te bladeren of een zelfondertekende digitale ID te maken.

  • Klik op ID verwijderen om de geselecteerde ID uit te sluiten van de lijst, als de ID op dit moment niet wordt gebruikt. Klik op OK om de verwijdering te bevestigen.

  • Klik op Certificaat exporteren om het certificaat op te slaan in een bestand of per e-mail te verzenden naar een of meer opgegeven adressen.

  • Klik op Certificaatdetails om de instellingen voor de geselecteerde ID weer te geven.

  • Klik op Vernieuwen om de lijst bij te werken met eventuele ID's van andere bronnen.

Vouw de navigatiestructuur van digitale ID's (links) uit om beide soorten bronnen afzonderlijk weer te geven. Voer vervolgens een van de volgende handelingen uit:

  • Selecteer Digitale ID's van Windows om deze ID's rechts weer te geven. Selecteer een ID en voer desgewenst een van de bovenstaande acties uit.

  • Selecteer Digitale-ID-bestanden om deze ID's rechts weer te geven. Selecteer een ID en voer er de volgende acties mee uit:

    • Schakel tussen Afmelden en Aanmelden. Als u zich aanmeldt, wordt u gevraagd het wachtwoord in te voeren.

    • Klik op Wachtwoord wijzigen, voer het oude en het nieuwe wachtwoord in en bevestig het nieuwe wachtwoord.

    • Klik op Wachtwoord-timeout en geef aan of er een wachtwoord nodig is voor ondertekening. Als dat het geval is, kunt u aangeven of u het elke keer als u een document ondertekent, moet invoeren, of dat het binnen de opgegeven periode niet meer nodig is.

    • Klik op Bestand toevoegen om naar een bestaand digitaal-ID-bestand te bladeren. Klik op Openen om het bestand op te nemen in de lijst met digitale-ID-bestanden.

    • Klik op Bestand ontkoppelen om het geselecteerde digitale ID-bestand uit de lijst te verwijderen.

Selecteer aan de linkerkant de optie Mapservers om naar een LDAP-server te gaan, of selecteer Tijdstempelservers om bronnen voor tijdstempels te beheren. Zie Digitale handtekeningen voorzien van tijdstempels.

Opmerking: De knooppunten Mapservers en Tijdstempelserver zijn alleen beschikbaar als u het dialoogvenster start vanuit het lint Beveiliging.

Selecteer aan de linkerkant het knooppunt Vertrouwde certificaten om vertrouwde identiteiten en de lijst met EUTL-certificaten te beheren.