Connectoren – Voorkeuren

Deze pagina komt in beeld als u klikt op Bestand->Opties en vervolgens in de lijst Connectoren selecteert.

Deze pagina heeft opeenvolgende pagina's voor alle cloud- en DMS-connectoren geïnstalleerd. Als u geen pagina voor een ondersteunde connector kunt vinden, raadpleeg dan de Power PDF leidraad Aan de slag. De paragraaf Belangrijke opmerkingen over integratie in het hoofdstuk Installatie beschrijft hoe u connectoren kunttoevoegen en verwijderen.

Andere connectorspecifieke pagina’s dan de iManage Work-pagina bestaan uit de volgende onderdelen:

Selecteer de gewenste iManage-connector

Power PDF biedt twee connectoren voor iManage: iManage en iManage Work. U kunt één iManage-connector of beide gebruiken.

Als beide connectoren zijn ingesteld, gebruikt Power PDF standaard de iManage-connector bij het openen van PDF-documenten in iManage-clients.

Ga naar Bestand> Opties> Connectoren> iManage Work om deze instelling te negeren en selecteer Geef de voorkeur aan de iManage Work-connector bij het openen van een PDF-document vanuit iManage-clients om de standaard iManage-connector te negeren en de iManage Work-connector te gebruiken bij het openen van PDF-bestanden in iManage-clients.

Voeg een iManage-server toe en stel de sessiecache in

Wanneer u op de Connector-pagina van het dialoogvenster Opties een iManage-account toevoegt, of Power PDF voor de eerste keer naar iManage gaat, moet u een server toevoegen.

  1. Als iManage Work Desktop is op de computer ingesteld en de iManage-server al in Microsoft-programma's is geregistreerd, vraagt Power PDF of u de server-URL ervan wilt importeren. Klik op Ja om de server-URL te importeren. Ga in dat geval verder met stap 4 hieronder.
  2. Als u geen server-URL heeft geïmporteerd, verschijnt er een dialoogvenster. Voer in het vak Webadres de server-URL in.
  3. Wis eventueel het selectievakje Referentiecache gebruiken als u elke keer dat u iManage-documenten in Power PDF verwerkt, de verificatiegegevens wilt opgeven. Deze instelling is standaard actief, zodat uw verificatiegegevens in de cache worden opgeslagen en u wordt automatisch aangemeld totdat u uw computer opnieuw opstart.
  4. Klik op OK.
  5. Geeft uw iManage-server verificatiegegevens op.