Het lint Home in de modus Geavanceerde bewerking

Ga naar Bewerken> Converteren > Converteren naar bewerkbaar document (of Geavanceerde editor) om de modus Geavanceerde bewerking in te schakelen. In deze modus zijn verschillende linten beschikbaar waarmee u documenten kunt bewerken in plaats van reviseren.

Zie Tekst bewerken met de functie Tekst bewerken voor meer informatie over het bewerken van tekst in de revisiemodus.

In de modus Geavanceerde bewerking bevat het lint Home de volgende groepen:

De groep Tekst

Hier vindt u basisopties voor het lettertype, de kleur en de uitlijning van de geselecteerde tekst, evenals alle opdrachten uit de groep Lettertype. Verder vindt u hier de volgende opties:

Lettertype vergroten: Hiermee wordt de tekst groter gemaakt.
Lettertype verkleinen: Hiermee wordt de tekst kleiner gemaakt.
Lettertype bewerken: Hiermee wordt het dialoogvenster Lettertype geopend met opties voor lettertypen, effecten en tekenafstand.
Stijlen: Hiermee wordt het venster Stijlen geopend met standaardstijlen. Selecteer Alle stijlen in de lijst Weergeven onder aan het venster om alle beschikbare stijlen weer te geven.
Markeerkleur voor tekst: De markeerkleur voor de geselecteerde tekst. Klik op de vervolgkeuzepijl van het kleurenpalet met themakleuren en standaardkleuren. Selecteer een kleur of klik op Meer kleuren om het dialoogvenster Kleuren te openen. Hier vindt u geavanceerde paletten en een kleurenkiezer.
Opsommingstekens: Hiermee wordt de huidige alinea voorzien van een opsommingsteken.
Nummering:: Hiermee wordt de huidige alinea genummerd.
Lijst met meerdere niveaus: Hiermee wordt het dialoogvenster Opsommingstekens/nummering weergegeven. Dit venster bevat sjablonen voor lijsten met opsommingstekens, genummerde lijsten en lijsten met meerdere niveaus, evenals een editor waarmee u nieuwe sjablonen voor lijsten met meerdere niveaus kunt definiëren.
Inspringing verkleinen: Hiermee wordt de inspringing van de alinea kleiner.
Inspringing vergroten: Hiermee wordt de inspringing van de alinea groter.

De groep Alinea

Hier vindt u opties voor de uitlijning van de geselecteerde alinea('s).

Alinea: Hiermee wordt het dialoogvenster Alinea weergegeven met de volgende opties:
- Uitlijning: Selecteer een van de opties: Links, Rechts, Gecentreerd, Uitgevuld of Verdeeld.
- Overzichtsniveau: Selecteer Platte tekst of kies een genummerd niveau om de horizontale positie van de alinea in een lijst met meerdere niveaus te definiëren.
- Links: Geef de inspringing links op in de huidige maateenheid.
- Rechts: Geef de inspringing rechts op in de huidige maateenheid.
- Speciaal: Selecteer de inspringingsstijl (Geen, Eerste regel, Verkeerd-om).
- Waarde: Geef een inspringingswaarde op voor Speciaal (zie hierboven) in de huidige maateenheid.
- Vóór: Geef de afstand vóór de alinea op in de huidige maateenheid.
- Na: Geef de afstand na de alinea op in de huidige maateenheid.
- Regelafstand: Selecteer de regelafstand in de lijst met vooraf gedefinieerde waarden.
- Waarde: Geef een waarde op die op de regelafstand moet worden toegepast. Zo resulteert 1,2 in een regelafstand die 20% groter is dan de standaardwaarde.
- Uitlijnen op raster als documentraster is gedefinieerd: Schakel deze optie uit om het documentraster te negeren.
- Uitlijning: Selecteer verticale uitlijning.
- Tabs: Klik op Tabs om het dialoogvenster Tabs te openen en tabposities en uitlijningen te definiëren.
Uitlijning: Klik op de pijl en selecteer Links, Rechts, Gecentreerd of Uitgevuld.
Regelafstand: Klik op de pijl en selecteer de regelafstand in de lijst met vooraf gedefinieerde waarden.
Verdeling: Klik hierop om de tekens horizontaal tussen de marges te verdelen, waarbij rekening wordt gehouden met de inspringing.
Randen en arcering: Klik hierop om het dialoogvenster Randen en arcering te openen.

De groep Hulplijnen

Uitlijning: Klik op de vervolgkeuzepijl van de opties voor rasters en hulplijnen:
- Liniaal: Hiermee kunt u horizontale en verticale linialen rond het documentvenster weergeven of verbergen.
- Uitlijning: Hiermee kunt u basislijnen voor tekens weergeven of verbergen.
- Raster weergeven: Hiermee kunt u een raster weergeven of verbergen.
- Uitlijnen op raster: Hiermee kunt u afdwingen dat objecten op het raster worden uitgelijnd.

De groep Paginalay-out

Kolommen: Klik op de pijl en selecteer het aantal kolommen. U kunt ook Meer kolommen selecteren om het dialoogvenster Kolommen weer te geven waar u aangepaste breedten en afstanden kunt opgeven.
Papierformaat: Klik op de pijl en maak een selectie in de lijst met standaardpapierformaten. U kunt ook Meer papierformaten selecteren om het dialoogvenster Pagina-instelling weer te geven waar u de paginabreedte en -hoogte kunt opgeven.
Tekstrichting: Klik op de pijl en maak een selectie in de lijst met veelgebruikte tekstrichtingen. U kunt ook Opties voor de tekstrichting selecteren om het dialoogvenster Tekstrichting met een voorbeeld weer te geven.

De groep Zoeken

Deze groep bevat alleen de knop Zoeken en vervangen. Klik op deze knop om het dialoogvenster Zoeken en vervangen weer te geven.

Sluiten

Deze groep bevat alleen de knop Geavanceerde editor sluiten. Klik op deze knop om terug te gaan naar de revisiemodus. Er verschijnt een bevestigingsscherm met een optie om de bewerking af te ronden.