U kunt de Create-assistent openen vanuit het menu Start van Windows of vanuit het snelmenu van het pictogram Power PDF op de taakbalk. Via de assistent kunt u op basis van de instellingen die zijn opgeslagen in profielen een of meer PDF-bestanden maken van een set invoerbestanden.
Klik op Toevoegen om te bladeren naar de bestanden die u wilt toevoegen, of sleep de gewenste bestanden van Windows Verkenner naar de bestandslijst.
Klik op Verwijderen om geselecteerde bestanden uit de lijst te verwijderen. Hiermee verwijdert u alleen de koppeling naar het bestand uit de lijst. Het bestand zelf wordt niet verwijderd.
Wijzig desgewenst de volgorde van de bestanden door op de knoppen Omhoog en/of Omlaag te klikken of de bestanden te verslepen. De bestanden worden in de weergegeven volgorde in het PDF-bestand samengevoegd.
Klik op Wissen om alle bestanden uit de lijst te verwijderen.
Klik op Ondersteunde bestandstypen om een lijst weer te geven met bestandstypen die u kunt gebruiken om een of meer PDF-bestanden te maken: Bepaalde bestandstypen (meestal Microsoft Office-bestanden, maar ook sommige andere typen) zijn alleen beschikbaar als de bijbehorende programma's op het systeem zijn geïnstalleerd.
Klik op Online Help om het Help-systeem te openen.
Selecteer een optie in de vervolgkeuzelijst van het veld Samenstellen. (Dit is het veld onder de lijst.) De knop Opties is beschikbaar voor de tweede, derde en vierde opties.
Als u Combineren in één PDF selecteert, wordt het dialoogvenster Instelling voor combineren weergegeven. U kunt hier opgeven of u bladwijzers wilt generen. Als u daarvoor kiest, wordt voor elke invoerbestandsnaam (zonder extensie) een bladwijzer gegenereerd.
Als u Gelaagd combineren in één PDF selecteert, wordt het dialoogvenster Laagopties weergegeven. Selecteer Laatste pagina van kortste document herhalen voor paginalagen om de elementen als laag toe te voegen op alle pagina's van een PDF. Maak de selectie ongedaan als u de laag met elementen alleen op de eerste pagina wilt gebruiken.
Als u PDF-bestandspakket maken selecteert, wordt het dialoogvenster Voorbladopties weergegeven.
Selecteer een profiel in de vervolgkeuzelijst Profiel. (Dit is het tweede veld onder de lijst.)
Klik op de knop Profielen als u een vooraf gedefinieerd profiel wilt wijzigen of uw eigen profiel wilt maken.
Klik op Opslaan om het dialoogvenster Doelinstellingen te openen. Hierin kunt u opgeven waar u de doel-PDF wilt opslaan: in de map van het brondocument, in een door u opgegeven locatie, in een DMS of als bijlage bij een e-mailbericht. Als u in Power PDF Standard op Opslaan naar DMS klikt, gaat u naar cloud-opslagsites (als u deze heeft geselecteerd tijdens een aangepaste installatie). In Power PDF Advanced kunt u ook opslaan naar documentmanagementsystemen. SharePoint is altijd beschikbaar. Andere ondersteunde systemen zijn alleen beschikbaar als u een DMS-client heeft geïnstalleerd op uw computer.
Naast de knop Opslaan ziet u de huidige doelinstellingen. De standaardinstelling is Vragen om bestandsnaam. Dit betekent dat het dialoogvenster Opslaan als verschijnt nada het PDF-bestand is gemaakt.
Selecteer Altijd op voorgrond om de Create-assistent altijd op de voorgrond weer te geven.
Klik op de knop Maken om de PDF te maken.