In het venster Stempel ziet u alle beschikbare stempels (zowel systeemstempels als zelfgemaakte stempels), ondergebracht in categorieën. U kunt nieuwe groepen en nieuwe stempels maken en deze in een vooraf gedefinieerde of zelfgemaakte groep plaatsen. U kunt ook zelf een dynamische stempel maken.
U opent het venster vanuit de vensterbalk door te klikken op:
Als u de knop niet ziet, klikt u met de rechtermuisknop in een lege ruimte op de vensterbalk en selecteert u de gewenste functie.
Dit venster bevat de volgende knoppen:
Klik op Alles uitvouwen of Alles samenvouwen om alle stempels in alle stempelgroepen of alleen de groepsnamen weer te geven. Klik op het pictogram van elk groepsknooppunt om afzonderlijke groepen weer te geven of te verbergen. Als er zoekresultaten worden weergegeven, verschijnt de knop Alles weergeven waarmee u kunt teruggaan naar de volledige weergave.
Klik op Zoeken om een of meer stempels te zoeken op basis van tekst in de stempelnamen. Alleen gevonden stempels worden weergegeven. Klik op de knop Alles weergeven links van de werkbalk van het venster om terug te keren naar de volledige set stempels.
Klik op Toevoegen om zelf een stempel van een afbeeldingsbestand te maken. Klik in de vervolgkeuzelijst op Maken om een statische afbeelding als stempel toe te voegen of op Aangepaste dynamische stempel maken om een stempel toe te voegen waarin de huidige datum en tijd worden ingevoegd zodra u de stempel in een document opneemt.
Klik op de knop Opties en selecteer de gewenste opdracht in de vervolgkeuzelijst.
Invoegen: Hiermee past u de geselecteerde stempel toe op de opgegeven locatie in het PDF-document. U kunt ook dubbelklikken op de stempel.
Verwijderen: Hiermee verwijdert u de geselecteerde stempel. U kunt ook op de Delete-toets drukken of met de rechtermuisknop op de stempel klikken en Verwijderen kiezen. Bevestig de verwijdering in het dialoogvenster dat verschijnt.
Naam wijzigen: Hiermee wijzigt u de naam van de geselecteerde stempel. U kunt ook met de rechtermuisknop op de stempel klikken en Naam wijzigen kiezen. Typ vervolgens een nieuwe naam in het dialoogvenster Stempelnaam bewerken en klik op OK.
Zoeken: Hiermee geeft u de stempels weer waarvan de naam de zoektekst bevat die u heeft ingevoerd in het dialoogvenster Stempels zoeken.
Maken: Selecteer een beeldbestand voor de nieuwe stempel. Geef de stempel een naam en wijs de stempel toe aan een nieuwe of bestaande groep.
Aangepaste dynamische stempel maken: Hiermee maakt u een dynamische stempel van een sjabloon, desgewenst met tijdstempel. Selecteer in het dialoogvenster Digitale stempel een sjabloon dat u als basis wilt gebruiken voor de nieuwe aangepaste stempel. Voer een naam in voor de stempel, kies een groep of maak een nieuwe groep, geef de inhoud en de weergave op voor de eerste en tweede korte identificatietekst (bijvoorbeeld initialen of een afkorting) en klik vervolgens op OK.
Stempels opnieuw instellen: U kunt elke stempel een andere naam geven of verwijderen. U kunt echter op elk moment de standaardstempels terugzetten om de huidige selectie te vervangen of de standaardset eraan toe te voegen.
Zie Stempels voor meer informatie over het gebruik van stempels in documenten.
U kunt vanuit het lint Beveiliging handgeschreven handtekeningen in een document plaatsen. Ze worden verwerkt als stempels, maar verschijnen niet in het venster Stempels, maar in het venster Opmerkingen. U kunt ze voorzien van opmerkingen, reviseren, enzovoort.