U opent het venster Stempels met de volgende knop op de vensterbalk
Als u de knop niet ziet, klikt u met de rechtermuisknop in een lege ruimte op de vensterbalk en selecteert u de gewenste functie.
Een stempel in het PDF-bestand plaatsen
Dubbelklik op een stempel in het venster Stempels; of
Klik boven in het venster Stempels op de knop Opties en kies in de vervolgkeuzelijst de opdracht Invoegen.
De stempel verschijnt in de oorspronkelijke afmetingen. Verplaats de stempel naar de gewenste locatie.
Een stempel op een specifieke locatie in het PDF-bestand plaatsen
Selecteer een stempel en sleep deze vanuit het venster Stempels naar de gewenste locatie op de pagina; of
Selecteer een stempel en klik op de gewenste locatie op de pagina.
De stempel verschijnt in de oorspronkelijke afmetingen.
Een stempel met aangepast formaat op een willekeurige locatie in het PDF-bestand plaatsen
Selecteer in het venster Stempels een stempel. De stempelaanwijzer verschijnt. Teken hiermee op de gewenste locatie een kader van de gewenste grootte. Het formaat van de stempel wordt aangepast aan de grootte van het kader.
U kunt de functie Gebied selecteren ook gebruiken om een gebied te definiëren. In het bijbehorende snelmenu vindt u de opdracht Stempel maken. U kunt een stempel maken en in het gedefinieerde gebied plaatsen.
U kunt eigen stempels toevoegen die u maakt van een ondersteund beeldbestand. Klik hiervoor in het venster Stempels op de knop Maken. U kunt de stempelverzameling in categorieën opsplitsen.
Stempeleigenschappen instellen
Klik boven in de vensterbalk op het Handje en klik met de rechtermuisknop op een stempel in het documentvenster. Er verschijnt een snelmenu met de volgende opdrachten: Status instellen, Antwoorden, Verwijderen, Eigenschappen en Instellen als standaardweergave. Met Eigenschappen kunt u de auteur, het onderwerp en de dekking van de stempel wijzigen of bekijken wanneer de stempel is gewijzigd. Kies Beveiligd om verdere wijzigingen in de stempel te voorkomen.
Een stempel verplaatsen, kopiëren, vergroten of verkleinen
Klik boven in de vensterbalk op het Handje of op Selecteren en klik op de stempel om deze te verplaatsen. Druk op Ctrl en versleep de stempel om deze te kopiëren. Versleep de hoek van de rechthoek om de stempel om het formaat van de stempel te veranderen.
Een stempel bewerken
Klik op de knop Selecteren boven in de vensterbalk en klik met de rechtermuisknop op de stempel. Gebruik de opdracht Bewerken om de stempel te knippen, kopiëren, plakken of verwijderen of kies Alles selecteren om alle objecten op de pagina te selecteren.
Stempels uitlijnen of rangschikken
Gebruik de functie Selecteren. Druk op Ctrl en klik op de gewenste stempels. Klik met de rechtermuisknop om een snelmenu te openen waarmee u de stempels kunt uitlijnen, centreren, verspreiden of dezelfde grootte geven. Klik op Eigenschappen om in één keer de eigenschappen van alle geselecteerde stempels te wijzigen.
Een stempel op alle pagina's van een document plaatsen
Plaats de stempel op een pagina, klik met de rechtermuisknop op de stempel en kies Toepassen op alle pagina's. De gekozen stempel wordt op alle pagina's weergegeven met dezelfde grootte en locatie als het origineel.
Opmerkingen
U kunt alle stempels in een document omzetten van annotaties in documentobjecten met de opdracht Eén laag maken (Geavanceerde verwerking > Verwerken) of ze verwijderen met Documentelementen verwijderen (op het lint Beveiliging) als de categorie Opmerkingen is geselecteerd.
U kunt vanuit het lint Beveiliging handgeschreven handtekeningen in een document plaatsen. Ze worden verwerkt als stempels, maar verschijnen niet in het venster Stempels, maar in het venster Opmerkingen. U kunt ze voorzien van opmerkingen, reviseren, enzovoort.