Een envelop is een soort pakket waarmee u een of meer bijgesloten PDF-bestanden en/of andere bestandstypen kunt verzenden. Het venster Envelop bevat een aantal gebruiksklare enveloppen, plus functies waarmee u bestaande enveloppen kunt bewerken of eigen enveloppen kunt maken van een geschikt beeld dat is gemaakt van één pagina van een PDF of van een beeldbestand. U kunt bij gebruik van een envelop een uitleg toevoegen. Dit doet u met de functie Typemachine of via een formulierveld waarin tekst kan worden geplaatst.
Enveloppen worden vaak gebruikt voor documentbeveiliging. De keuze van een envelop is de eerste van vier stappen bij Beveiligde aflevering. U kunt ook een envelop zonder beveiliging gebruiken en deze kan onbeveiligde bestanden bevatten. In dat geval biedt het gebruik van een portfolio meer flexibiliteit.
U kunt voor enveloppen een beveiligingsschema en/of handtekeningschema gebruiken. Beveiligingsschema's worden gemaakt, opgeslagen en beheerd via het venster Beveiliging. Voor handtekeningen gebruikt u het venster Ondertekenen/certificeren.
Kies bij het maken van een envelop eerst een beeld. Kies vervolgens bij Beveiligingsschema de optie Geen, Privacy of Geen wijziging.
Met Privacy stelt u elke keer als u de envelop gebruikt een wachtwoord voor openen in.
Met Geen wijziging stelt u elke keer als u de envelop gebruikt een machtigingswachtwoord in.
Bij Handtekeningschema kunt u elk beschikbaar handtekeningschema kiezen. U kunt geen handgeschreven handtekeningen gebruiken voor een handtekeningschema.
De beveiliging geldt voor de envelop en niet noodzakelijkerwijs voor de bestanden in de envelop. PDF-bestanden in de envelop hebben soms hun eigen beveiliging, maar andere bestandstypen kunnen meestal niet met een wachtwoord worden beveiligd. Als u dus beveiliging instelt voor de envelop, beveiligt u daarmee ook deze bestanden.