Lagen

Verschillende elementen van een PDF-pagina kunnen zich op verschillende lagen bevinden. Dit kan handig zijn als u met bouwplannen werkt of documenten voorbereidt voor een uitgeverij. U kunt lagen in PDF-bestanden zichtbaar maken en ook nieuwe lagen maken.

 

U opent het venster vanuit de vensterbalk door te klikken op:

Layers panel icon

Als u de knop niet ziet, klikt u met de rechtermuisknop in een lege ruimte op de vensterbalk en selecteert u de gewenste functie.

 

In het venster ziet u alle lagen die op de huidige pagina zijn aangetroffen. Klik op het vakje links van een laag om de desbetreffende laag weer te geven of te verbergen. Naast een weergegeven laag staat het pictogram van een oog, naast een verborgen laag een leeg vakje. U kunt iedere gewenste combinatie van lagen zichtbaar maken.

Nieuwe lagen worden per pagina toegevoegd. U selecteert een invoerpagina en plaatst die op een doelpagina.

Een nieuwe laag toevoegen

Pictogram Opties

  1. Klik op de knop Opties en kies Pagina als laag importeren.

  2. Blader naar het invoerbestand en geef indien nodig het invoerpaginanummer op.

  3. Selecteer rechts in de weergave een doelpagina. U ziet het resultaat in het voorbeeldvenster.

  4. Geef een naam voor de laag op. Als u laaggroepen gebruikt, kunt u de nieuwe laag toewijzen aan zo'n groep.

  5. Definieer de afmetingen, positie en draaihoek voor de plaatsing van de laag.

  6. Stel een transparantieniveau voor de nieuwe laag in en geef op of de laag op de voorgrond of op de achtergrond zichtbaar moet zijn.

  7. U kunt desgewenst het doelpaginanummer wijzigen om te zien hoe de laag er op andere pagina's uitziet.

  8. Selecteer de doelpagina waar de laag moet verschijnen, controleer nog eens hoe het eruitziet en klik op OK.

In plaats van een nieuwe laag maken kunt u ook de invoerpagina toevoegen aan een bestaande laag. Als de te importeren pagina al lagen bevat, kunt u die lagen desgewenst mee-importeren.

Tips

Lagen kunnen alleen pagina voor pagina worden toegepast. Het is daarom niet efficiënt om ze te gebruiken voor een logo of een afbeelding voor alle of een groot aantal pagina's. U kunt dan beter een stempel gebruiken.

Als lagen eenmaal zijn geplaatst, kunt u ze niet meer verwijderen of wijzigen. Zorg er daarom voor dat u de laag precies naar wens plaatst.

Via het menu met opties voor lagen kunt u ook voorwaarden opgeven voor de weergave van lagen, de oorspronkelijke weergave herstellen, de lijst met lagen uit- en samenvouwen, gedefinieerde lagen samenvoegen met een van de bestaande lagen of alle lagen samenvoegen met het hoofddocument met de opdracht Eén laag maken (ook beschikbaar als optie onder Document > Eén laag maken).

Via de pictogrammen rechts van iedere laagnaam kunt u de desbetreffende laag vergrendelen of ontgrendelen en de weergave-instellingen van een laag aanpassen.

 

Bij het overschakelen naar de modus Geavanceerde bewerking worden lagen in een document mogelijk verwijderd.