U kunt een document met opmerkingen of annotaties terugbrengen tot één laag voordat u het rondstuurt. Met deze bewerking worden dergelijke elementen uit de PDF verwijderd of omgezet in documentobjecten die kunnen worden geselecteerd, verplaatst en bewerkt, bijvoorbeeld met retoucheerfuncties. De desbetreffende elementen zijn dan geen annotaties meer en staan niet langer in het venster Opmerkingen.
Als u ook het origineel met alle elementen wilt bewaren, past u de opdracht voor het maken van één documentlaag toe op een kopie van het document.
Kies Geavanceerde verwerking > Verwerken > Bestand tot één laag terugbrengen om een PDF met één laag te maken. Selecteer in het dialoogvenster Eén laag maken welke annotatietypen of andere elementen u wilt reduceren en klik op OK.
Deze bewerking kan niet ongedaan worden gemaakt. Ook alle andere bewerkingen voor ongedaan maken worden uit het geheugen gewist. De afzonderlijke elementen worden als volgt verwerkt:
Tekenobjecten
Net als annotaties voegt u tekenobjecten met een tekenfunctie toe en kunt u deze met dezelfde functie of met de functies Selecteren of Handje selecteren. Als de PDF wordt teruggebracht naar één laag, worden tekenobjecten uit de lijst met opmerkingen verwijderd en omgezet naar documentobjecten die u alleen met de functie Object bewerken kunt selecteren en wijzigen.
Bijlagen
Klik op de functie Bestand bijvoegen of Geluid bijvoegen en klik vervolgens op een paginalocatie om een bijlage als annotatie te plaatsen. Er verschijnt een pictogram en via Knopinfo ziet u de naam van de bijlage en de auteur. Door te dubbelklikken opent u het bestand. Dergelijke bijlagen staan vermeld in het venster Opmerkingen en het venster Bijlagen. Als de PDF wordt teruggebracht naar één laag, worden ze uit de lijst met opmerkingen en de lijst met bijlagen verwijderd. Het bestand kan vervolgens niet meer worden geopend. Er staat alleen nog een pictogram dat aangeeft waar de bijlage zich voorheen bevond.
Opmerking: Deze bewerking heeft alleen gevolgen voor bijlagen die als annotaties zijn geplaatst, niet voor bijlagen die zijn toegevoegd in het venster Bijlagen.
Tekstvakken
Net als annotaties voegt u tekstvakken met de functie Tekstvak toe en kunt u deze met dezelfde functie of met de functies Selecteren of Handje selecteren. Als de PDF wordt teruggebracht naar één laag, worden tekstvakken uit de lijst met opmerkingen verwijderd en omgezet naar documentobjecten die u wel kunt lezen, maar die u alleen met de functie Object bewerken kunt selecteren en wijzigen.
Opmerkingen
Deze objecten worden als annotaties door de functie Notitie geplaatst. Als u erop dubbelklikt, kunt u de notitie lezen. Als de PDF wordt teruggebracht naar één laag, worden ze uit de lijst met opmerkingen verwijderd. Er staat alleen nog een pictogram dat aangeeft waar de notitie zich voorheen bevond.
Stempels
Stempels worden als annotaties geplaatst als u dubbelklikt in het venster Stempels of ze van daaruit naar de gewenste locatie sleept. U kunt ze selecteren met de functie Opmerkingen of het Handje. Als de PDF wordt teruggebracht naar één laag, worden stempels uit de lijst met opmerkingen verwijderd en omgezet naar documentobjecten die zichtbaar blijven, maar die u alleen met de functie Object bewerken kunt selecteren en wijzigen. Met die tweede functie selecteert u doorgaans slechts één element van de stempel. Klik met de rechtermuisknop en kies Bovenliggende groep selecteren om de hele stempel te selecteren.
Lagen
Lagen zijn geen annotaties. Ze staan vermeld in het venster Lagen. Daar kunt u ook lagen maken. Als u de PDF terugbrengt naar één laag via het dialoogvenster Eén laag maken, worden alle lagen samengevoegd in één laag. Deze bewerking kunt u niet ongedaan maken. Het venster Lagen bevat de volgende opdrachten: Eén laag maken en Lagen samenvoegen. Met Eén laag maken worden alle lagen samengevoegd in één laag. Als u Lagen samenvoegen kiest, kunt u aangeven welke lagen samengevoegd moeten worden en een doellaag voor het samenvoegen aanwijzen.
Tekstmarkering
Als de PDF wordt teruggebracht naar één laag, blijven alle verwijderingen, markeringen en andere tekstmarkeringen zichtbaar, maar u kunt ze niet meer selecteren. Nieuw ingevoegde tekst en vervangende tekst gaat verloren. Er is alleen nog het invoegsymbool ^ dat aangeeft waar de ingevoegde tekst stond.
Formulier
Als de PDF wordt teruggebracht naar één laag, worden alle formulierelementen uitgeschakeld. U kunt ze dan niet meer met het Handje selecteren. U kunt deze alleen met de functie Object bewerken selecteren en wijzigen.
3D
Als de PDF wordt teruggebracht naar één laag, wordt alle 3D-functies verwijderd, wordt het object 2D en kunt u het alleen met de functie Object bewerken selecteren en wijzigen.
Film
Als de PDF wordt teruggebracht naar één laag, kunnen Films niet meer worden afgespeeld. Er staat alleen nog een pictogram dat aangeeft waar de film zich voorheen bevond.
Zwartmaking
Als een bestand dat teruggebracht moet worden naar één laag echte zwartmaking bevat, blijft die ook na de bewerking bewaard. De zwarte rechthoeken die inhoud afdekken, kunnen met de functie Object selecteren worden geselecteerd en verplaatst, maar de verwijderde inhoud is niet meer zichtbaar en kan niet worden gezocht. Als een bestand dat teruggebracht moet worden naar één laag elementen bevat die alleen zijn gemarkeerd voor zwartmaking, blijft die zwartmaking na de bewerking niet bewaard. De zwarte rechthoeken die voor zwartmaking gemarkeerde inhoud afdekken, kunt u met de functie Selecteren selecteren en verplaatsen. De onderliggende inhoud blijft dan echter zichtbaar en doorzoekbaar.
Tip
Documenten inspecteren is een vergelijkbare procedure als één documentlaag maken. Met Documenten inspecteren worden geselecteerde elementtypen uit het document verwijderd.