Woordenlijst

Bibliotheek: Een bestand dat sjabloonscriptdefinities bevat en geen documentinhoud bevat. Deze definities kunnen in meerdere Hoofdsjablonen worden gebruikt.
Changeset: Een middel om objecten te groeperen ten einde deze in een enkel wijzigingsproces te veranderen. Deze functie vereenvoudigt de publicatieworkflow en maakt het voor de geautoriseerde gebruiker mogelijk om meerdere bijgewerkte objecten in één handeling te bekijken en te accepteren.
Content Wizard: Een authoringtool die wordt gebruikt om Tekstblokken te combineren in een tekst met een logische flow. Deze flow kan dynamisch worden samengesteld met behulp van voorwaarden en andere regelfuncties.
Contract Manager: De belangrijkste KCM-gateway die de verwerking van KCM voor meerdere tenants op een veilige manier beheert en controleert.
Data Backbone: Een schema dat wordt gebruikt om de gegevens te structureren die nodig zijn om de velden in te vullen, zoals klantnaam, adres, rekeningnummer en meer.
Documentpakket: Een set documenten die naar een klant is verzonden en is gemaakt op basis van een Documentpakketsjabloon.
Documentpakketsjabloon: Een verzameling Documentsjablonen en geïmporteerde documenten, georganiseerd in een reeks vakken. Een Documentpakketsjabloon kan regels bevatten voor het opnemen van bepaalde vakken.
Documentsjabloon: Een bestand dat de inhoud van een enkel document definieert en dat ook kan dienen als een element in een Documentpakket. Een Documentsjabloon kan een exemplaar van een Hoofdsjabloon, een snelsjabloon of een statisch document zijn.
Formulier: Een formulier dat de gebruiker een lijst met vragen geeft en de antwoorden opslaat in de velden.
Hoofdsjabloon: Een sjabloonscript dat Content Wizard, formulieren en stijldefinities organiseert om een document te maken. Een Hoofdsjabloon kan parameters hebben. Als een Documentsjabloon verwijst naar een Hoofdsjabloon, geeft het waarden voor deze parameters, waardoor een exemplaar van het Hoofdsjabloon wordt gemaakt.
Include-document: Een bestand dat een stuk van een sjabloonscript bevat. Dit script kan worden opgenomen in een Hoofdsjabloon, of in een ander Include-document, zodat meerdere Hoofdsjablonen dezelfde code kunnen delen. Include-documenten kunnen zowel de documentinhoud als scriptinstructies bevatten. We raden u aan om geen Include-documenten te gebruiken en in plaats daarvan bibliotheken en Content Wizards te gebruiken.
Kanaal (ook bekend als uitgangskanaal): Een benoemde gateway, waarover Documentpakketten kunnen worden gedistribueerd. In KCM definieert een kanaal ook het uitvoerformaat voor elke Documentsjabloon in het Documentpakket dat meerdere uitvoerformaten ondersteunt.
KCM Core: Een interne KCM-component die documenten samenstelt op basis van sjablonen. KCM Core krijgt instructies van de Contract Manager of Batch & Output Management om documenten te maken en bereikt de KCM Repository en de Data Backbone voor de benodigde tools. Vervolgens worden de resultaatdocumenten teruggestuurd naar de Contract Manager of naar Batch & Output Management voor verzending.
KCM Repository: Een opslag voor objecten die zorgt voor structuur, opmaak en huisstijl.
Project: Een project bevat de belangrijkste instellingen voor het maken en uitvoeren van sjablonen. Projectgroepen kunnen worden gebruikt om projecten te groeperen.
QForm: Een afkorting van een "Vragenformulier." Het heeft een vergelijkbare functionaliteit als een formulier, met het enige verschil dat het geen Tekstblokvraag en een bewerkbare Tekstblokvraag ondersteunt.
Repository: Een component die objecten opslaat en beheert. Zie KCM Repository.
Rijk tekstblok: Een woordspecifieke versie van een Tekstblok waarmee complexe woordspecifieke opmaak op een document kan worden toegepast, zoals tabellen in tabellen. Rijke tekstblokken kunnen alleen worden bewerkt met Microsoft Word en kunnen alleen worden gebruikt voor Microsoft Word-uitvoer. Hoewel Rijke tekstblokken rijk zijn aan opmaak, hebben ze beperkingen in hun gebruik.
Sectie: Een gecategoriseerde groep Tekstblokken op basis van bepaalde criteria. U kunt bijvoorbeeld drie Koptekst-Tekstblokken groeperen - mannelijk, vrouwelijk, en beide in één Koptekst-sectie en instellingen toepassen op alle Tekstblokken, en ze als een instantie behandelen.
Sjabloonscripttaal: Een scripttaal die wordt gebruikt om de documentuitvoer te programmeren. Het wordt gebruikt in Hoofdsjablonen, in Include-documenten en in bibliotheken.
Snelsjabloon: Een Documentsjabloon met een vast uitvoerformaat waarmee gegevens uit velden kunnen worden opgenomen in de statische inhoud. KCM ondersteunt alleen HTML-snelsjablonen en Microsoft Word-snelsjablonen.
Statisch document: Een document met een vast uitvoerformaat dat geen variabele inhoud bevat.
Tekstblok: Een stuk tekst dat voor verschillende doeleinden en voor verschillende uitvoerformaten kan worden hergebruikt. Tekstblokken kunnen tekst, afbeeldingen en tabellen bevatten die verband houden met de specifieke inhoudsgebieden, zoals klantgegevens, welkomstverklaringen en branding.
Uitvoerformaat: Een indeling die wordt gebruikt voor het produceren van de inhoud, bijvoorbeeld Microsoft Word, HTML, PDF en XML.
Veld: Een placeholder voor een gegeven, zoals de voornaam of het telefoonnummer van de klant. U kunt een veld ook zien als een variabele. Velden worden op de juiste posities in een Tekstblok geplaatst en worden vervolgens automatisch gevuld met de gegevens uit de Data Backbone wanneer een document wordt gegenereerd.
Veldenset: Een verzameling gerelateerde velden. Een veldenset [Klant_contact] kan bijvoorbeeld de volgende velden bevatten: [Voornaam], [Achternaam], [Adres_1] en meer. U kunt de antwoorden van vragenformulieren opslaan in de velden van een bepaalde veldenset.