Een object testen
U kunt de toegepaste wijzigingen of het aangemaakte document testen voordat u ze vrijgeeft of accepteert.
-
Navigeer naar het object dat u wilt testen.
Stel, u hebt een tabel in een welkomstbrief ingevoegd en u wilt het hele document zien, navigeer dan naar > Brieven.
-
Klik op het object en klik vervolgens rechts in het deelvenster Andere acties op Testen.
Het venster Testen komt in beeld.
De statusregel geeft de status van een object aan (voor meer informatie over de statussen, zie De versiegeschiedenis van een object bekijken).
Het bovenste frame toont welke Documentsjablonen van dit Tekstblok gebruik maken.
Het onderste frame toont het gegevensbestand dat in de test moet worden gebruikt.
-
Kies een status, een Documentsjabloon, een Testdatabestand.
Om de gegevens die in de test worden gebruikt (zoals naam, geslacht, klantadres of overig) te bewerken, selecteer een Testdatabestand en klik vervolgens op Bewerk Testdata. Klik op Alles uitvouwen om alle gegevens te bekijken die beschikbaar zijn om te bewerken.
-
Om aanvullende testinstellingen uit te voeren, klik op Geavanceerde opties weergeven.
- Kies een van de volgende testmodi:
-
Detecteer om de toepasselijke modus te bepalen en de test automatisch in de toepasselijke modus uit te voeren.
-
Niet interactief als alle benodigde informatie voor het geteste document beschikbaar is.
-
Interactief als u handmatig aanvullende informatie moet verstrekken die niet in de Data Backbone beschikbaar is, of selecteer Tekstblokken die in het testdocument moeten worden gebruikt.
-
- Kies het formaat van het resultaat.
- U kunt optioneel Keys en Extras opgeven. Voor meer informatie, zie hoofdstuk
Keys and extra parameters
[Keys en extra parameters] in de Kofax Communications Manager Core Developer's Guide [Kernontwikkelaarshandleiding voor Kofax Communications Manager].
- Kies een van de volgende testmodi:
- Klik op Testen.
- Als u wordt gevraagd om extra informatie in te voeren, vul het in de formulieren die verschijnen en klik op Volgende om door te gaan.
- Controleer de wijzigingen die u hebt toegepast en sluit Microsoft Word.